Voorbeelden uit de praktijk

 

 

Lisanne (11 jaar), heeft gescheiden ouders die beide een nieuw gezin zijn gestart. Door hulp van de therapeut weet zij nu waar haar plek is in haar nieuwe situatie.



 

Lotte (4 jaar) is vaak heel bang. Nu lukt het haar om veiligheid te zoeken op de plaatsen waar ze is en in haar eigen lijf.




 

Pim (9 jaar) voelde zich enorm gefrustreerd, daardoor kwam hij vaak in de problemen en had hij het gevoel dat iedereen vaak boos op hem was. Door lastige dingen aan te gaan in de therapie oefent hij om zijn geduld te vergroten en rustig te blijven.

 

Jasper (5 jaar) heeft een taalachterstand waardoor veel mensen hem niet goed begrijpen. Hij heeft geleerd om zijn hulpvraag anders te stellen. Nu voelt hij zich weer gehoord.



 

 

Zo werkt het in het hoofd bij Viktor (12 jaar). Hij heeft een eigen emotiefabriek gemaakt in zijn hoofd, zo bepaalt hij hoe hij zich wil voelen.




 

Pien (6 jaar) durft niet te praten tegen volwassenen. Zij heeft al jaren een muurtje om haar heen gebouwd. Door een leeuw te spelen in de therapie oefende Pien om te brullen als een leeuw. En brullen als een leeuw, dat durft Pien nu weer.

 

“Ik heb een stemmetje in mijn hoofd”. Mare (12 jaar) heeft last van dwanghandelingen en tics. Onder andere door het kwaliteitenspel heeft zij veel nieuwe kwaliteiten van haarzelf ontdekt zij die aandacht kan geven. En die stem in haar hoofd heeft een nieuwe taak gekregen van Mare en is een fijne raadgever geworden.

 

Sieb (10 jaar) heeft veel meegemaakt, in de therapie leert hij alles een plekje te geven door te parkeren wat nu niet belangrijk is. Daardoor kan hij het later weer oppakken als hij er aan toe is.

 

Tim (8 jaar) voelt zich altijd heel druk van binnen en heeft last van “kriebels”. Superman Tim weet nu dat ook superhelden soms even moeten uitrusten om je daarna weer super te kunnen voelen.

 

Wat doe je als je in jezelf een “uitlacher” hebt? Sanne (10 jaar) heeft dat deel van zichzelf goed leren kennen en heeft haar “uitlacher” geleerd hoe ze haar mag toe lachen i.p.v. uitlachen. Sanne heeft na de therapie lekker vaak weer de slappe lach met vriendinnen.

 

 

Thomas (7 jaar) voelt zich vaak gepest en heeft op de speelplaats regelmatig ruzie. Al spelenderwijs heeft hij geleerd om zich te verdedigen, zonder dat hij hoeft aan te vallen.

 

Kim (9 jaar) doet vaak boos, maar eigenlijk is hij teleurgesteld en verdrietig. Doordat zij dit ontdekt heeft in de therapie kan hij nu beter kiezen hoe hij zich wil voelen.

 

De ouders van Bart (11 jaar) waren net politieagenten en daardoor gedroeg hij zich als een boef. Toen de ouders van Bart vroegen welke goede reden “de boef” had waarvoor hij zich zo gedroeg,  konden ze hem beter begrijpen. Zo kon “de boef“ weer gewoon die lieve aardige behulpzame Bart zijn.

 

De moeder van Sofie (8 jaar) is ongeneeslijk ziek. Ze wil nog even heel sterk zijn tot haar moeder dood gaat. Tijdens ze therapie kwam ze erachter dat ze inderdaad heel sterk is en de lastige situatie aankan. 

 

Karien (10 jaar) zit in groep 7 en mag al naar het VWO. Alleen ze durft niet, want alleen door het dorp fietsen vindt ze al eng. Samen met de therapeut kwam ze er achter dat ze zo graag nieuwe stof wilde leren en daardoor besloot dat ze haar angsten gaat overwinnen.

 

Door slijm te maken kwam Maartje (10 jaar) erachter dat ze lang en enorm geconcentreerd kan werken. En wat voelt haar eigen gemaakte slijm toch heerlijk, ze wordt er helemaal rustig van.